Liegen: hoe voorkom je het en hoe ga je ermee om?
Het ene kind kan zonder blikken of blozen een leugentje vertellen, bij het andere prik je er dwars doorheen. Liegen is zonder twijfel één van de lastigste dingen waar je tegenaan kunt lopen in de opvoeding. Hoe zorg je dat je kind eerlijk is tegen jou? En hoe reageer je als je kind tegen je liegt?
Vaak hoor ik ouders zeggen dat ze hun kind blijven vertellen dat ze het erger vinden wanneer hij liegt dan dat hij iets doet wat niet mag. Of ze zeggen dat ze écht niet zo boos worden en dat angst daarvoor niet de reden zou kunnen zijn. En toch houdt het liegen maar niet op. Waar gaat het mis?
Oorzaak van het liegen
De oorzaak van liegen is vaak dat ze zouden willen dat datgene waar ze over liegen, niet is gebeurd óf angst voor de consequenties. Oftewel: het kind schaamt zich of baalt van wat er is voorgevallen en/of hij is bang dat iemand boos wordt of hij straf krijgt. Dit gaat je kind liever uit de weg en daarom liegt hij.
Alleen maar zeggen dat je wilt dat je kind eerlijk is, is niet genoeg. Beloon je kind ook wanneer het eerlijk iets opbiecht, ook al ben je niet blij met wat hij heeft gedaan. Wijdt niet teveel uit aan het ongewenste gedrag of het voorval; het iedere keer geven van een preek wanneer je kind iets fout heeft gedaan, kan een kind er ook toe zetten het te verzwijgen. Houd het kort en laat je kind zelf een oplossing bedenken. ‘Ik vind het niet leuk dat je je huiswerk hebt uitgesteld en het daarom niet afkrijgt. Hoe ga je dit nu oplossen?’ En ‘Hoe ga je dit de volgende keer aanpakken?’
Hoe reageer je op het liegen?
Hoe reageer je wanneer je weet dat je kind liegt? Benoem wat je weet of ziet, benoem zijn wens of angst én vraag naar de oplossing. Bijvoorbeeld: ‘Je zegt dat je je broertje niet hebt geslagen, omdat je bang bent dat mama boos wordt. Ik begrijp dat je het niet leuk vindt dat hij jouw auto afpakt, maar je mag niet slaan. Hoe gaan we dit oplossen? ‘ Besteed niet teveel aandacht aan het liegen zelf.
De oplossing kan een logisch gevolg zijn van het voorval, bijvoorbeeld dat hij sorry zegt tegen zijn broertje en dat je afspreekt hoe ze wél samen kunnen spelen. Streng straffen of heel boos worden is niet nodig en heeft vaak alleen maar als gevolg dat je kind de volgende keer weer gaat liegen, omdat hij nog banger is voor de consequentie.