Thuis met de kinderen vanwege de coronacrisis: hoe doe je dat?

Door de maatregelen vanwege het Coronavirus zitten we massaal thuis. Hoe combineer je werk, school én het privéleven, dat zich nu allemaal op dezelfde plek afspeelt? Relaxed Opvoeden vroeg verschillende moeders hoe zij deze periode beleven.

Karen Span, ZZP’er tekst en communicatie en moeder van twee kinderen (5 en 8)

Karen woont met haar man en kinderen in Anna Paulowna, in de kop van Noord-Holland. Daar hebben ze gelukkig redelijk de ruimte om zich heen: ze voelen zich niet echt opgesloten. Karen is zelfstandige in de branche tekst en communicatie, dus ze is het wel gewend om thuis te werken. Toch woont ze normaliter voor veel opdrachten vergaderingen met opdrachtgevers bij. Dat zit er nu even niet in.

Bron: lievelingfotografie.nl

Voor haar man Peter is het een ander verhaal. Hij is directeur van een basisschool en heeft dus veel te maken met het opvangen van kinderen van ouders met essentiële beroepen. Ook voor de kinderen is het een flinke verandering, vertelt Karen. “De kinderen gingen op dinsdag naar de BSO, op woensdag naar mijn schoonouders en op vrijdag naar mijn ouders. Daarbuiten vingen wij ze zelf op.” Ook hadden de kinderen best een druk sociaal leven. “De jongste ging naar voetbal en zwemles en de oudste naar ballet en tekenles.”

Voor Karen is het met de kinderen thuis aan de ene kant schakelen, maar aan de andere kant toch ook weer niet. “De kinderen zijn eraan gewend dat ik thuis werk en dat ik een eigen kantoorruimte heb, dat snappen ze heel goed. Maar ze kloppen nu toch vaker bij je aan. Als ze wat willen, dan komen ze toch naar je toe om dat te vragen.”

Het werken gaat vooral minder strak, merkt Karen. “Ik hoef ze op zich niet meer naar sport of zwemles te brengen, maar het loopt allemaal iets rommeliger. Ik werk nu dus ook wel iets vaker ’s avonds of in het weekend nog een uurtje.” Dat gaat in goed overleg met haar man. “We wisselen elkaar af waar het mogelijk en nodig is.”

Het thuis huiswerk doen gaat over het algemeen goed, zegt Karen. “Het kost ze niet veel energie en moeite. Maar ze hebben wel instructies en motivatie nodig. We doen het allemaal echter niet heel erg strak; het is echt niet zo dat ze van 9 tot 12 aan het huiswerk zitten. Er is ook tijd voor gezelligheid.”

Toch zijn er wel wat praktische problemen bij al die online lesmethodes. “Je krijgt 36 inlogcodes voor alle verschillende dingen. En ook de boeken liggen nog weleens door elkaar.” Karen is daar echter stellig in: de kinderen moeten er zelf voor zorgen dat ze hun spullen goed opruimen. “Een tijdje geleden had de oudste haar Chromebook meegenomen naar oma en had ze daar haar oplader laten liggen. Dat is dan haar eigen probleem: daar moet je zelf aan denken.” Bij het opzetten van de ‘thuisschool’ was wel een groot voordeel dat Peter op school werkt en dus veel meteen wist. Karen is er inmiddels ook een beetje ingekomen.

Voorzichtig voor anderen

De kinderen zijn gelukkig erg vriendelijk met elkaar, al zijn er uiteraard af en toe wel de nodige onderlinge irritaties. Ook begrijpen ze heel goed wat er speelt. Karen: “Maar je hoort de hele dag dan ook niets anders dan corona. De oudste volgt het nieuws al met nieuwsbegrip. Ze schrijft elke avond in haar agenda wat ze heeft gedaan en ik zie eigenlijk om de dag wel zo’n beetje ‘we gingen dit niet doen, want dat kan niet vanwege corona.’” Ook snappen de kinderen dat het gevaar ligt in het mogelijk overdragen van het virus. “Ze zijn niet angstig om zelf ziek te worden, maar ze zijn vooral voorzichtig dat ze anderen niet mogelijk besmetten”, aldus Karen. “Ik vind vooral vervelend dat je niet weet tot wanneer het is. Eerst zou het tot 6 april zijn en daarna is het steeds verder verschoven. Maar tot wanneer dan? Dat vind ik wel lastig.”

Karen: “Ik weet dat ik meer behoefte heb aan wat tijd voor mezelf dan Peter. Maar daar heb ik met hem heel erg mazzel mee. Ik kan gewoon zeggen dat ik even naar boven ga om te douchen, of te lezen en dus even niet beschikbaar ben en dan vangt hij het op. Maar andersom is dat natuurlijk ook zo: als Peter staat te douchen en de jongste wil wat vragen aan papa, dan kan dat niet: die wordt nu met rust gelaten.”

Wat de kinderen wel lastig vinden, is dat ze niet met vrienden kunnen omgaan. Daarom hebben ze een stapel kaarten voor klasgenoten geschreven, die ze daarna met de fiets rond hebben gebracht en door de bussen hebben gedaan.

Daarvoor hebben de kinderen hier en daar ook al wat kaartjes gestuurd naar vrienden. Op die manier houden ze toch een soort van contact met elkaar, totdat ze elkaar weer in levende lijve mogen zien.

Weer naar school

Karen vindt het fijn voor haar kinderen dat er perspectief is, nu de scholen weer opengaan. “Ik merk vooral aan de jongste dat hij het contact mist en juist door zijn leeftijd kan hij nog niet zomaar op de fiets springen om te kijken of er iemand thuis is om te spelen. Hij is ook weer gestart met voetbaltraining; dat is leuk en goed.”

Ze snapt echter heel goed dat het voor scholen weer een omschakeling is en dat het moeite kost om alles georganiseerd te krijgen. Karen: “Er zijn leerkrachten die graag voor de klas willen maar niet mogen en er zijn leerkrachten die zelf angstig zijn, wat ik me best kan voorstellen. Dat is niet iets waar de kinderen zich bewust van zijn en dat hoeft ook niet, daar zijn ze kind voor.” Maar ondertussen blijft iedereen in het gezin netjes afstand houden en de handen goed wassen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.